Nodeloze ophef over export van gesubsidieerde groene waterstof

Zoals in het oorspronkelijke bericht hieronder beschreven, ontvangt Air Liquide subsidie voor de bouw en exploitatie van een elektrolyser. Deze elektrolyser gaat via een bestaande buisleiding waterstof leveren aan Total in Antwerpen. U raad het al, dat levert ophef: ‘Nederland subsidieert groene waterstof, België incasseert gratis het klimaatvoordeel’.
Maar het is nogal lullige ophef. De bestaande buisleiding ligt er tenslotte niet voor niets. Daar gaat ook nu al waterstof doorheen. Gemaakt uit aardgas. Zonder CO2-afvang. Ten opzichte van die bestaande situatie levert de Rotterdamse elektrolyser wel degelijk CO2-reductie in Nederland, die meetelt voor Nederlandse klimaatdoelen.
Of elektrolyse op dit moment in de transitie een doelmatige besteding van subsidie en hernieuwbare elektriciteit is, en welk eindverbruik van waterstof zinvol is, daar kun je flink over discussiëren. Maar gegeven dat we elektrolyse subsidiëren, doet het niet ter zake waar die eindverbruiker gevestigd is.
De waterstof was en blijft hier tenslotte een exportproduct. Wie niet moppert als bijvoorbeeld een Nederlandse bierbrouwer of staalfabriek verduurzaamt met Nederlandse subsidie en dan duurzamer bier of staal exporteert, zou ook hier geen aanleiding moeten zien om te mopperen. Hieronder het oorspronkelijke bericht van 25 juli 2025.
Tweede groene waterstoffabriek van 200 MW in Rotterdam
Het Franse Air Liquide, producent en leverancier van industriële gassen, bouwt op de Rotterdamse Maasvlakte een elektrolyser van 200 megawatt. De definitieve investeringsbeslissing volgt op de toekenning van een miljoenensubsidie.
De elektrolyser van Air Liquide behoort tot de 11 projecten die vorige week forse subsidies verkregen voor de productie van hernieuwbare waterstof. De subsidie volstaat waarschijnlijk om het project rond te rekenen.
De gassenleverancier investeert ruim €500 mln in het project en hoopt de waterstofproductie al eind 2027 op te starten. Air Liquide installeert zowel proton elektron membrane elektrolysers (PEM, flexibel maar duurder) als alkaline elektrolysers (het meest gebruikelijke type elektrolyser). Het persbericht vermeldt niet in welke verhouding. Het gehele project moet jaarlijks 23.000 ton waterstof produceren, wat doet vermoeden dat de elektrolyser een goeie 6.000 vollasturen per jaar zal draaien.
Dat betekent een fors hogere benuttingsgraad dan een (offshore) windpark. En dat roept de vraag op hoe Air Liquide voorkomt dat de waterstoffabriek op elektriciteit uit kolen- en gascentrales draait. Als de elektrolyser in de praktijk deels op fossiele elektriciteit draait, is de geclaimde 300.000 ton CO2-reductie per jaar moeilijk waar te maken.
Het Britse olieconcern Shell bouwt op de Maasvlakte ook een elektrolyser van 200 megawatt. Shell nam de investeringsbeslissing al begin 2022 en verwachtte destijds om de fabriek in 2025 in gebruik te nemen.
Olieconcern is klant en leverancier
Het Franse olieconcern TotalEnergies is de belangrijkste afnemer én de belangrijkste leverancier voor de nieuwe waterstoffabriek. De elektrolyser neemt elektriciteit af uit het offshore windpark OranjeWind dat Total samen met RWE ontwikkelt en exploiteert. De geproduceerde waterstof levert Air Liquide vervolgens – via haar eigen grensoverschrijdende waterstofleiding – aan een raffinaderij van Total in Antwerpen. Via de bestaande waterstofleiding levert Air Liquide nu ook al in Rotterdam geproduceerde fossiele waterstof aan afnemers in België. Het CO2-afvang en opslagproject Porthos in Rotterdam zal een groot deel van de uitstoot van deze bestaande fossiele waterstoffabriek reduceren.
Bron: Air Liquide / Imagecredit: Air Liquide
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.