€250 mln subsidie voor 7 vrij bescheiden elektrolysers
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft 7 elektrolyseprojecten in totaal €250 mln subsidie gegund. Er was voor meer dan €600 mln aan steun voor de productie van hernieuwbare waterstof aangevraagd.
De 7 projecten zijn samen goed voor 101 megawatt aan geïnstalleerd elektrolysevermogen, te realiseren voor eind 2028.
In deze eerste ronde van de Subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE) is het streven om 100 megawatt mogelijk te maken daarmee net gehaald. Tegelijkertijd is de bijdrage aan de Nederlandse ambities inzake hernieuwbare waterstof uiterst gering. Als deze 7 projecten inderdaad tot een investeringsbeslissing komen, zijn ze goed voor 1 tot 3% van de 3 tot 8 gigawatt aan elektrolysers die in Nederland rond 2030 zouden moeten draaien.
RWE heeft met €124,9 mln het grootste aandeel in de succesvolle aanvragen. Het Duitse energieconcern wil eind dit jaar de investeringsbeslissing nemen voor de bouw van een elektrolyser van 50 megawatt in de Eemshaven. “Dit is uitstekend nieuws”, zegt Marinus Tabak, COO RWE Generation. “De financiering is een cruciaal onderdeel om het totale project economisch levensvatbaar te maken en de waterstofmarkt in Groningen en daarbuiten verder op gang te brengen.” Naast de subsidie zoekt RWE nog zekerheid op de ontwikkeling van infrastructuur voor transport van de geproduceerde waterstof.
Meer steun voor elektrolyse in tweede ronde OWE
De OWE verleent subsidie op de investeringen en de variabele kosten voor hernieuwbare waterstofproductie. De verdeelsleutel is mij niet helemaal helder maar over de duim gok ik dat de toegekende subsidie van gemiddeld €2,5 mln per megawatt elektrolyse neerkomt op €3 à 4 steun per kilo geproduceerde waterstof.
Ervan uitgaande dat de subsidie voor de inschrijvers de onrendabele top dekt, liggen de productiekosten bij de gegunde projecten vermoedelijk rond de €5 à 6 per kilo. Redelijk in lijn met voorspellingen door marktanalisten.
In totaal was er echter voor €600 mln aan subsidie aangevraagd. De inschrijvers die deze ronde buiten de boot vielen, hebben dus nog meer subsidie nodig om hun projecten rond te rekenen. Na komende zomer is het voor deze en andere gegadigden opnieuw mogelijk subsidie aan te vragen voor elektrolyse. Dan is binnen de OWE €998,3 mln beschikbaar.
In deze tweede ronde komt liefst 80% van het investeringsbedrag per project in aanmerking voor subsidie. Dat was in de eerste ronde 40 tot 60%. Ook krijgen winnende aanvragers meer tijd om hun project te realiseren: in plaats van 4 jaar plus maximaal 1 jaar uitstel, accepteert de RVO in de tweede ronde een termijn van 5 + 2 jaar.
Projecten die de maximale termijn benutten, dragen dus al niet meer bij aan de elektrolysedoelen voor 2030. Het is geen ramp dat de tegen die tijd beoogde 3 tot 8 gigawatt niet reëel haalbaar meer zijn. Dat waren ze toen deze doelen zijn vastgesteld in 2019 en 2022 ook al niet. En wenselijk evenmin. Het is wel verontrustend dat het werkelijk geïnstalleerd vermogen in 2030 nu tussen de 300 en 800 megawatt dreigt uit te komen. De sector moet op serieuzere schaal oefenen met elektrolyse.
Zeker is dat de wereld elektrolyse nodig heeft. En net als bij alle nieuwe en herontdekte technieken, zullen de eerste installaties vrijwel zeker niet optimaal draaien. Als pas rond 2030 de eerste leereffecten opgedaan zijn, zijn elektrolysers als ze echt volumes moeten draaien later deze eeuw minder goed dan ze moeten zijn. Net als te vroeg te veel elektrolyse brengt ook te laat opschalen van hernieuwbare waterstofproductie de mondiale klimaatdoelen in gevaar.
Bron: Rijksoverheid, RWE / Imagecredit: D. Kah, via Unsplash Public Domain
Oprichter WattisDuurzaam en duurzaamheidsadviseur bij We-Boost Transitions.
