Liever (toch) subsidie op offshore windparken dan op extra verbruik

Nicholas Doherty, via Unsplash Public Domain
Opnieuw relevant: 16 oktober 2020 | Oorspronkelijk gepubliceerd: 8 maart 2020
Uit consultatie in de offshore windsector blijkt dat de verwachte levensduur van windturbines op zee ±30 jaar is. Het huidige voorstel voor de Wet Windenergie op Zee kent een vergunningsduur van 30 jaar. Inclusief ±5 jaar bouwtijd na gunning betekent dat dat turbines al na 25 jaar ontmanteld worden. Minister Wiebes van EZK heeft daarom voorgesteld om de vergunningsduur vast te stellen op 40 jaar. Dankzij optimaal uitnutten van de turbines is de businesscase voor offshore windparken beter en groeit de kans dat ook volgende aanbestedingen subsidievrij gegund worden. Hieronder het oorspronkelijke bericht van 8 maart 2020 over twijfels uit de sector over het rendement op subsidievrije windparken.

De Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) roept de politiek op om de Nederlandse industrie aan te sporen meer elektriciteit te gaan verbruiken. ‘Anders zou de bouw van offshore windparken wel eens stil kunnen vallen.’

Een begrijpelijk maar onhandig verzoek van de windlobby

Offshore windparken zijn de kurk waar de Nederlandse energietransitie op drijft. Op zee leveren windturbines meer elektriciteit en zijn grotere projecten mogelijk dan op het vasteland. Groot was dan ook de blijdschap toen in 2018 de bouw van offshore windparken subsidievrij mogelijk bleek.

Dat de brancheorganisatie van de windsector nu deze noodklok luidt is, dan ook schrikken. De NWEA op haar website: “Hoewel de kosten blijven dalen door schaalvergroting en innovaties, wordt de enorme potentie om windstroom te gebruiken nog onvoldoende benut. Daardoor dalen de marktprijzen nog harder en zijn windparken niet meer rendabel.”


Vraagstimulering nodig voor een gezonde businesscase?

Windparken zijn elkaars grootste concurrent

Volgens het klimaatakkoord beschikt Nederland in 2030 over 11 gigawatt aan windparken. Als het goed waait in 2030, leveren al die windturbines tegelijkertijd elektriciteit. En volgens de bekende economische wetten daalt de marktprijs voor elektriciteit als het aanbod groter is dan de vraag.

Dat is een probleem voor exploitanten van (subsidievrije) windparken. Ondanks dat de kosten voor offshore wind gekelderd zijn, blijft het bij een marktprijs van 0 simpelweg lastig geld verdienen. Om de businesscase toch kloppend te krijgen, verzoekt de NWEA de overheid daarom om de industrie te stimuleren om (veel) meer elektriciteit te verbruiken.


Industriële elektrificatie is zilver, timing is goud

Elektrificatie van de warmtevraag in raffinaderijen, productie van waterstof door elektrolyse en elektrische recycling van staal kan inderdaad de Nederlandse vraag naar elektriciteit sterk vergroten. Een groot deel van dit additionele elektriciteitsverbruik kan ook nog eens zeer flexibel zijn. Een prima match met de variabele opwek uit windturbines.

En toch schuurt het. Als de uitvoering van het klimaatakkoord volgens planning loopt, leveren offshore windparken in 2030 een kleine 50 miljard kilowattuur (kWh) per jaar. Windmolens en zonnepanelen op land zijn dan goed voor nog eens 35 miljard kWh. Het huidige elektriciteitsverbruik van Nederland is 120 miljard kWh. Dat zal in 2030 zeker niet minder zijn.

Er is geen gebrek aan vraag, er is een overschot aan CO2

Het is vooraleer zaak het huidige elektriciteitsverbruik te verduurzamen. Als de vraag naar elektriciteit sterk stijgt vóór ons huidige elektriciteitsverbruik vrij van CO2-uitstoot is, betekent dat extra verbruik van aardgas in gascentrales. En dus extra CO2-uitstoot*.

Als een fabriek zijn warmte in 2030 niet meer met een ketel op aardgas maar met een elektrische boiler produceert, is de kans groot dat die fabriek indirect alsnog op aardgas stookt. Nu alleen inefficiënter. Alleen als de fabriek in kwestie gebruik maakt van overschotten elektriciteit is het zeker dat elektrificatie de CO2-uitstoot verkleint. Tenzij NWEA-leden de komende 10 jaar veel meer dan 11 gigawatt aan offshore windparken bouwen, is er in 2030 geen sprake van bruikbare overschotten.


Stimuleer niet de energievraag, stimuleer CO2-reductie

CO2-prijs stuurt flexibele elektrificatie

Tot 2030 ligt er een enorme opgave om de productie van elektriciteit in kolen- en gascentrales tot een minimum te beperken. Offshore windparken zijn daarin voor Nederland het belangrijkste en meest effectieve wapen.

Als de brancheorganisatie constateert dat de uitrol van offshore windparken gevaar loopt, is dat een signaal dat de politiek bloedserieus moet nemen. Vergroten van de vraag naar elektriciteit is echter maar een van de routes naar een gezonde businesscase voor offshore wind. Een andere optie is bijvoorbeeld CO2-beprijzing.

Een serieuze prijs op CO2-uitstoot** maakt elektriciteit uit aardgas duurder. Op alle momenten dat wind- en zonneparken niet de volledige elektriciteitsvraag dekken, zetten gascentrales de marktprijs. Als de exploitatiekosten van gascentrales stijgen doordat de prijs op CO2-uitstoot oploopt, profiteren exploitanten van windparken daar direct van mee. Tegelijkertijd biedt een serieuze CO2-prijs een sterke prikkel op de door de NWEA (en door mij) gewenste flexibele elektrificatie van de industrie.

Dit echter pas als die elektrificatie ook daadwerkelijk in CO2-reductie resulteert. Dat zal vermoedelijk pas tussen 2035 en 2040 voldoende vaak het geval zijn. Daar kunnen investeerders in windparken niet op wachten. Ook al gaat een offshore windpark misschien straks 40 jaar mee, de businesscase moet ook in de eerste jaren na realisatie reëel zijn.


Kies voor duurzaam gezichtsverlies

Het duurt helaas nog jaren voor elektrificatie in de industrie resulteert in substantiële CO2-reductie. Niet alleen omdat aan de elektriciteit nog teveel CO2 kleeft, ook omdat het een hele opgave is om industriële complexen om te bouwen van aardgas naar elektriciteit. Alleen al de realisatie van een hoogspanningskabel naar een industriecluster duurt jaren. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat de industrie het gat in de businesscase van de windsector tijdig kan dichten. De groei van elektriciteitsvraag blijft welhaast zeker structureel achter op de gewenste ontwikkeling van windparken.

Aanbod groeit nu eenmaal sneller

Voor alle Nederlandse klimaatdoelen is het hoe dan ook cruciaal dat die windparken er komen. Gelukkig is er in Nederland al brede ervaring met beleid om dat zeker te stellen: SDE-subsidie op de onrendabele top.

Na alle feestvreugde rond de subsidievrije windparken is het pijnlijk om bij volgende tenders toch weer een subsidie te moeten verlenen op de exploitatie van windparken. Pijnlijk, niet onmogelijk. Pijnlijk, maar misschien wel gewoon noodzakelijk. Overigens vooral pijnlijk voor de windsector en de politiek. Voor de Nederlandse stroomconsument is er weinig aan de hand. De kosten van offshore wind zijn al laag en zullen verder dalen. Het benodigde subsidiebedrag zal echt bescheiden zijn.

Veel kleiner dan het gezichtsverlies voor de windsector en de politiek.


*Elektriciteitsproductie in Europa valt onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Voor extra uitstoot in gascentrales, vernietigen de exploitanten van de gascentrales verplicht evenredig extra emissierechten. Omdat het Europese emissieplafond onvoldoende knelt, resulteert de extra elektriciteitsvraag door elektrificatie echter hoogstwaarschijnlijk nog steeds in extra CO2-uitstoot.

**In het rapport ter onderbouwing van het verzoek door NWEA, opgesteld door Afry, gaat slechts 1 van de 78 pagina’s over CO2-beprijzing. Afry stelt dat een eventuele (nationale) CO2-belasting weinig uithaalt omdat Nederland dan extra elektriciteit zal importeren uit landen met lagere CO2-kosten. Dat klopt waarschijnlijk, maar haalt ook het verzoek voor vraagstimulering wat onderuit. Extra vraag uit de Nederlandse industrie zal eveneens gedekt worden door de producent met de laagste kosten. Het maakt niet uit of Nederland extra importeert omdat de vraag hoger ligt of omdat de Nederlandse gascentrales hun productie matigen. In dat licht: De NWEA heeft grote exploitanten van gascentrales en raffinaderijen onder haar leden, die op die activiteiten last hebben van een CO2-belasting en baat bij stimulering op elektrificatie. Het was dan ook passender geweest om de optie van CO2-beprijzing iets uitvoeriger te behandelen, zowel in het rapport zelf als in de persuitingen over het rapport.


Imagecredit: Nicholas Doherty, via Unsplash Public Domain

Thijs ten Brinck

Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Dit vind je misschien ook leuk...

7 reacties

  1. BasG schreef:

    Als niemand subsidievrij wil bieden bij komende offshore wind aanbestedingen dan lijkt het mij het handigst om op een verbeterd Engels CfD systeem over te gaan.

    Het UK CfD systeem:
    Bieders moeten een min.prijs aangeven voor de geproduceerde elektriciteit, degene met de laagste min.prijs wint (alle andere randvoorwaarden in de bieding worden omgezet in een prijscorrectie op de min.prijs, zodat die verschillen tussen bieders worden genivelleerd).

    A. Als de marktprijs onder de min.prijs is dan vult de overheid aan tot die min.prijs.
    B. Als de marktprijs boven de min.prijs is dan krijgt de overheid het meerdere terug.
    Nadeel is dat alle markt risico’s bij de overheid komen en producenten achterover gaan leunen.

    Beter lijkt mij om:
    B. Als de bieder kan verkopen (marktprijs) boven de min. prijs dan verhoogt de overheid de inhoud van een virtuele spaarpot met het verschil.

    A. Als de verkoopprijs onder de min.prijs komt dan verlaagt de overheid de inhoud van de virtuele spaarpot met het verschil (de spaarpot kan dus een negatief saldo hebben).

    C. Als er aan het einde van de looptijd van het offshore windpark (30-40jaar) een negatief saldo in de spaarpot zit dan keert de overheid 50%*) daarvan uit zodat de bieder altijd tenminste ongeveer de min. prijs ontvangt.

    E. De saldi in de spaarpot worden inflatie gecorrigeerd.

    Met de gemodificeerde regeling zullen windpark eigenaren meer hun best blijven doen (betere sales medewerkers aanstellen, etc.) om hun stroom tegen zo hoog mogelijke prijs te verkopen.
    ________
    *) Die 50% kan ook een ander percentage zijn. Het lijkt mij dat economen en spel/kans theoretici aan de hand van de marktcijfers van afgelopen jaren daarvoor een optimaal percentage zouden moeten kunnen schatten.
    Voordeel van die 50% is wel dat het lekker duidelijk is. Beide partijen, overheid en windpark eigenaar, delen de negatieve risico’s in gelijke mate.

    • Leon Nelen schreef:

      Stoomketels met weerstandsverwarming leiden niet tot een hogere CO2 uitstoot als ze bij een tekort aan groene stroom weer op aardgas kunnen draaien.

  2. Leon Nelen schreef:

    Industriële stoomketels met een elektrische (weerstands) verwarming leiden niet tot een hogere CO2 uitstoot als deze bij een tekort aan (groene) stroom nog op aardgas kunnen draaien. (Verwarming op stroom opgewekt uit biomassa heeft natuurlijk geen zin. Dan kun je beter die houtige biomassa omzetten in synthesegas voor in het aardgasnet)

  3. เว็บ พี จี คืออะไร เป็นเว็บไซต์ที่เกี่ยวข้องกับการเล่นเกมส์ออนไลน์ โดยเฉพาะอย่างยิ่งเกมส์คาสิโนออนไลน์ ซึ่งเป็นการพนันที่มีความนิยมอย่างมากในปัจจุบัน นอกจากนี้ PGSLOT

  4. Gclub8 schreef:

    Gclub8 คาสิโน รูปแบบใหม่ เปิด ให้บริการ 24 ชั่วโมง ด้วยระบบ ฝาก ถอนเงินแบบออโต้ PGSLOT จึงทำให้ได้รับความนิยม เว็บไซต์ คาสิโน ชั้น 1 อาณาจักรมีเพรียบ และ กองทัพเกมส์ เยอะมากนานา

  5. PG 789 Game เป็นเกมสล็อตออนไลน์ที่มีความนิยมอย่างกว้างขวางในวงการพนันออนไลน์ โดยเกมนี้มีการออกแบบตัวเกมให้สวยงามและมีระบบเสียงที่ดี นอกจากนี้เกม PG